Organisatie
Het Professioneel Statuut geeft het kader aan waarbinnen de zorg binnen de GGZ wordt verleend en beschrijft de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de zorgverlener.
Met dit Professioneel Statuut wordt een nadere invulling gegeven aan de eis van de Wet kwaliteit klachten en geschillen in de zorg (verder te noemen Wkkgz) waarin de zorgaanbieder wordt verplicht om te voorzien in een kwaliteitsstatuut met een duidelijke verantwoordelijkheidstoedeling teneinde verantwoorde zorg te bieden. Met de komst van het kwaliteitsstatuut is de term hoofdbehandelaar vervangen door de term regiebehandelaar. De regiebehandelaar krijgt uitgebreidere bevoegdheden dan de hoofdbehandelaar. De term coördinerend behandelaar en uitvoerend behandelaar zijn vervangen door de term medebehandelaar. Het kwaliteitsstatuut bevat een nadere uitwerking van de taakinvulling van de regiebehandelaar en medebehandelaars.
Het professioneel statuut geldt voor alle zorgverleners die binnen de patiëntenzorg werkzaam zijn. Bovendien wordt een Professioneel Statuut genoemd in de bepalingen in Hoofdstuk 4 Artikel 1 van de CAO GGZ waarin de verplichtingen van de werknemers in de GGZ worden beschreven. Het Professioneel Statuut wordt gedeponeerd bij het GGZ kwaliteitsstatuut.nl, als bijlage bij het kwaliteitsstatuut. Het kwaliteitsstatuut is daarmee onlosmakelijk verbonden aan het Professioneel Statuut evenals toepasselijke documenten uit het kwaliteitssysteem.
In het Professioneel Statuut wordt verwezen naar onderdelen uit het kwaliteitsstatuut. Deze verwijzingen zijn slechts indicaties. Bepalingen uit het kwaliteitsstatuut gelden onverkort voor alle zorgverleners binnen The Hills.
The Hills vindt de betrokkenheid van familie en anderen bij de behandeling essentieel. Zij worden daarom vanaf het begin van de zorgverlening in samenspraak met de patiënt waar mogelijk betrokken. Voor de leesbaarheid is ervoor gekozen dit in de tekst niet steeds expliciet aan te geven. Om dezelfde reden wordt verwezen naar de patiënt en de zorgverlener in de mannelijke vorm.
Waar hij c.q. zij staat, mag ook hij/zij c.q. zijn/haar gelezen te worden. Voor patiënt kan ook cliënt, zorgvrager of deelnemer gelezen worden, beter passend bij de visie van de organisatie.
Binnen de GGZ worden mensen met (ernstige) psychische problemen en psychiatrische stoornissen begeleid en behandeld en wordt door middel van preventie getracht geestelijke gezondheidsproblemen te voorkomen.
Het Professioneel Statuut geeft het kader aan waarbinnen de zorg binnen de GGZ wordt verleend en beschrijft de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de zorgverlener. Het Professioneel Statuut bevat regels over de interdisciplinaire samenwerking. Tevens geeft het Professioneel Statuut de verhouding weer tussen de verplichtingen van de zorgverlener en de verplichtingen van het management en de organisatie. De werkzaamheden van de zorgverlener zijn beschreven in de functiebeschrijving.
Het professioneel statuut maakt integraal deel uit van de (arbeids) overeenkomst met de instelling. Het statuut bevat verwijzingen naar andere notities binnen de The Hills, die daarmee ook onder de werkingssfeer van de (arbeids) overeenkomst vallen.
Zorgverleners leggen verantwoording af over hun handelen ten aanzien van de patiënt. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden worden naast dit professioneel statuut bepaald door de wetten, zoals de Wet Kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg (Wkkgz), de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG), de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ), de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), de jeugdwet (JW) en daarnaast door protocollen, beroepscodes en richtlijnen van de IGZ of de zorgverzekeraars.
De professional, die beroepsmatig diagnostiek, begeleiding of behandeling aan een patiënt verleent. Binnen The Hills onderscheiden we de volgende disciplines: medisch, psychologisch, psychotherapeutisch, vaktherapeutisch, verpleegkundig en sociaal agogisch. Zorgverleners kunnen onderverdeeld worden in regiebehandelaren en (mede)behandelaren.
Degene die een behandelovereenkomst met de instelling heeft en/of aan de zorg van de instelling is toevertrouwd en door de zorgverlener wordt begeleid en/of wordt behandeld.
Met de professionele autonomie wordt bedoeld dat de zorgverlener handelt conform zijn professionele standaard (o.a. de door de beroepsverenigingen of specialismeleiders gestelde normen, beschreven in protocollen, richtlijnen en standaarden en de jurisprudentie). Dat betekent dat de zorgverlener met inachtneming van de richtlijnen gemotiveerd zou mogen afwijken.
Onder behandeling wordt verstaan alle activiteiten die gericht zijn op verandering bij de cliënt.
Begeleiding omvat alle activiteiten die gericht zijn op acceptatie van en omgaan met de ziekte of handicap. In dit statuut wordt gesproken over behandeling. Behandeling bestaat uit de volgende elementen; aanmelding, intake inclusief onderzoek en diagnostiek, behandeling, afsluiten en nazorg.
Het met de patiënt afgesproken individuele plan dat beschrijft waar de behandeling uit bestaat.
De zorgverlener handelt binnen de grenzen van de wet, zijn bekwaamheid en de professionele standaard. De zorgverlener handelt conform de beroepscode van zijn beroepsgroep en de richtlijnen en protocollen die binnen de instelling gelden. De zorgverlener handelt conform de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) en andere relevante wetgeving zoals de Wet kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg (Wkkgz), de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG), de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ), de jeugdwet (JW) en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
De zorgverlener heeft de verantwoordelijkheid om de patiënt goede zorg te verlenen. De zorgverlener handelt binnen de grenzen van zijn bekwaamheid en de professionele standaard. De zorgverlener handelt conform de beroepscode van zijn beroepsgroep en de richtlijnen en protocollen die binnen de instelling gelden.
De zorgverlener heeft de bevoegdheid om binnen de grenzen van zijn bekwaamheid en de professionele standaard zelfstandig te handelen. De zorgverlener handelt conform de beroepscode van zijn beroepsgroep en de richtlijnen en protocollen die binnen de instelling gelden.
De regiebehandelaar is verantwoordelijk voor de coördinatie van de behandeling en de afstemming tussen de verschillende zorgverleners. De medebehandelaar is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de behandeling zoals afgesproken in het behandelplan.
In het geval dat regiebehandelaar en medebehandelaars niet tot overeenstemming kunnen komen over de inhoud en uitvoering van het behandelplan, wordt gehandeld conform een uniforme escalatieprocedure. De eerste stap is het voorleggen van het geschil aan een niet bij de betreffende patiënt betrokken medebehandelaar. Stap 2 is escalatie naar de regiebehandelaar. Stap 3 is escalatie naar het bestuur, die desgewenst om een externe consultatie binnen het Lerend netwerk verzoeken.
Er is bij The Hills nooit sprake van gedwongen hulpverlening. Indien er sprake is van een behandeltraject in het kader van BOPZ/WVGGZ is er altijd een psychiater persoonlijk betrokken bij het afgeven van een geneeskundige verklaring, de opname, afweging over inzet van dwang, en behandelevaluaties en ontslag.
Indien de regiebehandelaar en eventuele medebehandelaar geen psychiater zijn, wordt (ongeacht de specifieke behandelsetting) een psychiater in ieder geval geconsulteerd en bij de voortgangsbespreking betrokken, indien:
Bij a. en e. kan ook een klinisch psycholoog worden geconsulteerd; bij g. ook een verpleegkundig specialist of klinisch psycholoog.
Een zorgverlener raadpleegt doorgaans ook een psychiater indien:
Indien de regiebehandelaar en eventuele medebehandelaar geen psychiater of klinisch psycholoog is wordt in het patiëntdossier vastgelegd op welk moment en voor welke zaken een psychiater of klinisch psycholoog geconsulteerd wordt.
De zorgverlener handelt binnen de grenzen van de wet, zijn bekwaamheid en de professionele standaard. De zorgverlener handelt conform de beroepscode van zijn beroepsgroep en de richtlijnen en protocollen die binnen de instelling gelden.
Het gebruik maken van niet tot de patiënt herleidbare gegevens ten behoeve van wetenschappelijke publicaties of onderzoeken, geschiedt overeenkomstig de wettelijke bepalingen. Voor gebruik van tot de patiënt herleidbare gegevens ten behoeve van de externe verantwoording is toestemming van de patiënt dan wel de wettelijke vertegenwoordiger nodig. Het verrichten van wetenschappelijk onderzoek in de instelling is onderworpen aan de toestemming van het bestuur. Uitvoering van wetenschappelijk onderzoek vindt voor zover van toepassing plaats met inachtneming van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO).
Het bestuur draagt er zorg voor dat de patiëntendossiers worden bewaard overeenkomstig de daarvoor geldende wettelijke bepalingen en dat de bewaring zodanig is dat onbevoegden daarvan geen kennis kunnen nemen.
De zorgverlener zorgt voor een adequate registratie van zijn verrichtingen. De zorgverlener houdt zich aan de afspraken, zoals vastgelegd in protocollen en richtlijnen, maar kan daar in het belang van de patiënt gemotiveerd van af wijken. De zorgverlener verplicht zich bij de uitvoering van de werkzaamheden te houden aan de aanwijzingen welke door of namens de directie dan wel het bestuur worden gegeven.
De zorgverlener houdt zich bij extern optreden aan de afspraken en regels die binnen de instelling gelden betreffende de contacten met de pers, media en andere instanties. De zorgverlener zal medewerking verlenen aan de uitvoering van het kwaliteitsbeleid. De zorgverlener levert binnen redelijke grenzen een bijdrage aan instructie en opleidingsactiviteiten en het leveren van patiënten informatie.
Versie 1.0 (01-09-2025)